Autoriteit Persoonsgegevens incasseert dwangsom voor het niet tijdig verschaffen van inzage in persoonsgegevens

Via de legal update van Van Benthem & Keulen las ik, dat de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) bij bank InsingerGilissen Bankiers een dwangsom van EUR 48.000 heeft ingevorderd, omdat de bank niet tijdig inzage had gegeven in de aanwezige persoonsgegevens van een betrokkene, die daarom had verzocht. Het betreft weliswaar een casus onder de Wet Bescherming Persoonsgegevens (de voorganger van de AVG), maar onder de AVG bestaat dezelfde bevoegdheid voor de AP en bestaan ook inzagerechten voor betrokkenen.

Het is uitzonderlijk dat de AP tot een dergelijke invordering overgaat; de AP lijkt haar beleid en reputatie dan ook aan te scherpen.

In de dagelijkse praktijk ervaar ik een bepaalde AVG moeheid bij ondernemers na de piek rondom 25 mei 2018, en lijkt de interesse in het onderwerp wat weg te drijven. Deze actie van de AP, maar ook andere maatregelen, zoals het opvragen van het register van verwerkingen bij grotere marktpartijen, geven aan dat de AP haar handhavende taak serieus heeft opgepakt en dat er alleen maar meer te verwachten is.

Voorkom onnodige boetes om die reden, en zorg er voor dat voldaan wordt aan de verplichtingen opgenomen in de AVG, zoals de vereiste vastleggingen, en opbouw van een infrastructuur om te voldoen aan verzoeken van betrokkenen.